Afname hiv-epidemie in Zuidelijk Afrika, forse toename in andere regio’s
In Oostelijk en Zuidelijk Afrika is aanzienlijke vooruitgang geboekt in de strijd tegen hiv en aids, maar in Oost-Europa, Centraal Azië, het Midden-Oosten en Noordelijk Afrika blijft het aantal hiv-infecties zorgwekkend stijgen. Dat blijkt uit de nieuwste cijfers die vandaag gepubliceerd zijn door VN-organisatie UNAIDS.

In het deel van Afrika ten zuiden van de Sahara daalde het aantal hiv-infecties sinds 2010 met 56 procent. Dit zijn juist de landen waar de meeste mensen met hiv leven. Bijna een kwart van de nieuwe hiv-infecties wereldwijd vond plaats in Azië en het Pacifisch gebied. Discriminatie, geen toegang hebben tot hiv-preventie en -zorg, en gebrek aan financiering spelen daarbij een grote rol.
Het UNAIDS-rapport benadrukt wederom dat aids is op te lossen, zolang politieke leiders bereid zijn duurzaam geld te investeren in de aidsbestrijding en maatregelen te nemen zodat iedereen toegang heeft tot zorg, ongeacht je gender of seksuele voorkeur.
Mark Vermeulen, directeur van Aidsfonds
Lichte daling wereldwijd
In 2022 hadden 39 miljoen mensen wereldwijd een hiv-infectie. 630.000 van hen stierven vorig jaar aan de gevolgen van aids. Dat is 30.000 minder dan in 2021.
Het aantal nieuwe hiv-infecties neemt slechts mondjesmaat af. 1,3 miljoen mensen liepen in 2022 een nieuwe hiv-infectie op, in 2021 waren dat er nog 1,4 miljoen. Zorgwekkend is dat in Oost-Europa en Centraal-Azië het aantal hiv-infecties blijft stijgen, met maar liefst 49% sinds 2010. In het Midden-Oosten en Noord-Afrika is er zelfs een stijging van 61%.
Hiv in 2022
- 39 miljoen mensen met hiv
- 29,8 miljoen mensen op behandeling
- 1,3 miljoen nieuwe hiv-infecties
- 630.000 mensen overleden door aids
Hier nam hiv in de afgelopen 10 jaar toe

Vooruitgang ten zuiden van de Sahara
In veel delen van de wereld werd er ook substantiële vooruitgang geboekt in de strijd tegen hiv en aids dankzij de inzet van overheden, internationale organisaties en lokale gemeenschappen. Afrikaanse landen waar veel mensen met hiv leven, zoals Zimbabwe, Eswatini, Botswana en Rwanda, hebben nu de 95-95-95-doelen bereikt. Dat betekent dat 95% van de mensen met hiv hun hiv-status kent, van hen minstens 95% wordt behandeld met levensreddende hiv-medicatie en dat het virus bij minstens 95% van die laatste groep onder controle is. Dat betekent dat hiv zo goed wordt onderdrukt dat het virus niet kan worden doorgegeven.
Nog eens 16 Afrikaanse landen zijn in de buurt van dat 95-95-95-doel, laat het rapport van UNAIDS zien.
Oprukkende anti-rechtenbeweging reden tot zorg
Ondanks het feit dat het in veel Afrikaanse landen erg goed gaat met de hiv-bestrijding is er ook reden tot zorg. Oeganda voerde dit jaar een van de strengste anti-lhbtiq+-wetten ter wereld in. Landen als Kenia, Tanzania, Ghana en Burundi werken aan soortgelijke discriminerende wetgeving. Dat zal de vooruitgang in de strijd tegen hiv erg belemmeren. Discriminerende wetgeving en stigma tegen mensen met hiv spelen een grote rol bij het verspreiden van het virus. Gebrek aan kennis en begrip leidt tot angst, vooroordelen en uitsluiting, wat vervolgens weer mensen ontmoedigt om zich te laten testen en behandelen. Deze vicieuze cirkel versterkt de verspreiding van hiv en bemoeilijkt of verbiedt de implementatie van effectieve preventie- en behandelingsprogramma’s.