Symptomen van hiv en aids
Als je hiv oploopt, gebeurt dit meestal ongemerkt. De meeste mensen ondervinden niet meteen klachten van hiv. Zelf kun je het virus dan ook weer ongemerkt doorgeven aan anderen.
Klachten acute hiv-infectie
Soms krijgen mensen griepachtige verschijnselen kort nadat ze hiv hebben opgelopen. Deze kunnen variëren van koorts, opgezette lymfeklieren, keelpijn, huiduitslag, recent gewichtsverlies, misselijkheid, braken, diarree, gewrichtspijn. Je spreekt dan van een acute hiv-infectie. In de acute fase van de hiv-infectie is de hoeveelheid virus in het bloed hoog en is de kans dat het hiv-virus wordt overgedragen op iemand anders het grootst.
Klachten die later ontstaan
Na de acute hiv-infectie voel je je meestal voor langere tijd weer gezond. Wel wordt intussen je afweersysteem beschadigd door het virus. Daardoor kan je lichaam zich steeds minder goed beschermen tegen ziektes en infecties en krijg je op een gegeven moment weer klachten.
Voorbeelden van klachten die later kunnen ontstaan:
- enorme moeheid
- nachtzweten
- veel gewichtsverlies zonder duidelijke reden
- koorts
- hardnekkige diarree
- kortademigheid
Wanneer krijg je aids?
Je krijgt de diagnose ‘aids’ als hiv je afweer zo ernstig heeft aangetast, dat je ziek wordt door een infectie die een gezonde afweer normaal gesproken bestrijdt.
Gemiddeld duurt het 8 tot 10 jaar voordat hiv aids wordt. Maar het kan dus ook al na bijvoorbeeld 2 jaar. Of juist veel later. Dat is van tevoren niet te voorspellen en verschilt van persoon tot persoon. Diverse factoren spelen mee, bijvoorbeeld: je algehele gezondheid, leeftijd, erfelijke factoren, en welk type hiv dat je oploopt.
Hiv testen
Met een hiv-test kun je erachter komen of je hiv hebt opgelopen. Als je hiv hebt draag je het virus voor altijd bij je. Maar door dagelijks medicijnen te slikken kun je hiv onderdrukken. Dan word je niet ziek. Je kunt ook het virus niet meer doorgeven aan anderen.
Ook mensen die al aids hebben, kunnen met deze medicijnen aids terugdringen en verder leven met hiv.