De toegift van Rieks en Corry
Rieks en Corry zijn al meer dan dertig jaar donateurs en daarbij hebben ze Aidsfonds opgenomen in hun testament. “Aids is in veel landen dodelijk, alleen omdat mensen geen toegang hebben tot medicijnen.”
Rieks: “Ruim dertig jaar geleden vertelde een goede vriend ons dat hij hiv had opgelopen, dat vonden we natuurlijk enorm schokkend. Want destijds was je met hiv ook in óns land nog ten dode opgeschreven. In die tijd zijn we begonnen met jaarlijkse donaties aan Aidsfonds. Met die vriend gaat het overigens heel goed. Dankzij de juiste medicijnen leeft hij nog.”
Gedreven
Voor Rieks is Aidsfonds een bekende organisatie. Hij wilde jaren terug nog één keer een stap zetten in zijn carrière, het liefst bij een goed doel. Dat werd Aidsfonds.
Hij vertelt: “Ik heb daar acht jaar met veel plezier gewerkt als applicatiebeheerder. Iedereen bij Aidsfonds is heel gedreven om aids de wereld uit te krijgen.” Corry valt hem bij: “Toen een collega van Rieks een sabbatical nam, ben ik ingesprongen op de administratie. Dat beviel zo goed dat ik af en toe nog als vliegende kiep bij Aidsfonds werk.”
Nalaten aan Aidsfonds
Rieks en Corry hebben geen kinderen en wilden mede daarom een aantal goede doelen opnemen in hun testament. “Wij vinden het belangrijk om na te laten aan Aidsfonds. In West-Europa is aids geen dodelijke ziekte meer, maar in veel andere landen nog wel. Een op de vier mensen die met hiv leeft, krijgt geen levensreddende medicijnen. Dat zijn ruim negen miljoen mensen.”
Hard nodig
“Mensen die worden uitgesloten om wie ze zijn, waar ze wonen of van wie ze houden. Het virus treft ook zwangere vrouwen, moeders die borstvoeding geven en kleine kinderen die niet in beeld zijn bij zorginstellingen. Zij krijgen geen goede voorlichting, weten vaak niet dat ze hiv hebben en zonder medicijnen overleven ze het niet. Hulp blijft echt hard nodig. Mochten wij overlijden, dan komt onze nalatenschap goed terecht. Dat vinden we een prettig idee.”