Hoe ondersteun je je kleinkind met hiv het beste? Een belangrijke vraag voor veel Zuid-Afrikaanse opa's en oma's, omdat de ouders van deze kinderen zijn overleden of niet meer in beeld zijn. Deze grootouders leren het met én van elkaar in speciale bijeenkomsten.
In Zuid-Afrika leven er 640.000 kinderen die door aids geen ouders meer hebben. Vaak worden ze door grootouders opgevoed. Maar wat de opa’s en oma’s vaak niet weten is dat veel van deze kinderen zelf ook hiv hebben. Onze zorghelden zetten zich daarom onvermoeibaar in om deze kinderen te vinden en te zorgen dat ze zo snel mogelijk levensreddende behandeling krijgen én houden. Kinderen leren in speciale kinderclubjes hun behandeling vol te houden – in spelletjes, knutselen en toneel.
Voor de grootouders zijn er nu ook speciale bijeenkomsten die aansluiten bij hun behoeftes: want hoe praat je met een kleinkind over hiv? Hoe help je het kind de behandeling vol te houden, en wat doe je als het kind gepest wordt op school? Ze krijgen ook hulp bij het zorgen voor voldoende inkomen, zodat ze zelfstandig zijn en goed voor de kinderen kunnen zorgen.
Tijdens de bijeenkomsten leren de opa’s en oma’s niet alleen van een trainer, maar juist ook van elkaar. Ze delen ervaringen en tips en zien dat ze er niet alleen voor staan maar er veel meer grootouders in eenzelfde situatie zitten. Samen zorgen ze zo voor een gezonde en gelukkige nieuwe generatie.
