“Mijn maatje Henk”

De aidsbestrijding bestaat 41 jaar. Een triest jubileum. Sinds het uitbreken van de aidsepidemie zijn meer dan 36 miljoen mensen gestorven. Voor veel mensen in Nederland die iemand uit hun omgeving hebben verloren, is het de reden om zich in te zetten voor de aidsbestrijding. Een van die mensen is gepensioneerd politieambtenaar en donateur van Aidsfonds Bert van Ekelen. Hij verloor begin jaren 90 zijn collega en 'maatje' Henk aan de gevolgen van aids. Bert deelt zijn verhaal...

Geschreven door Bert van Eekelen

Op 1 april 1985 starten we als eerste koppel agenten om 07.00 uur onze dienst in het nieuwe wijkbureau Enschede-Oost. Er was een reorganisatie gaande en we kregen vijf wijkbureaus in plaats van een centraal hoofdbureau. Ik was – na ruim vijf en een half jaar bij de Haagse Politie, twee jaar ‘surveillancedienst’ en twee jaar stage bij de afdeling Jeugd en Zedenzaken – gevraagd om met de jeugdige agent Henk samen een koppel te vormen.

Vreemde jongen

Er was bij die vraag al meteen terloops opgemerkt dat het een ‘vreemde jongen’ was. Maar de klik met Henk was er direct bij de eerste kennismaking. Vanaf die 1e april deden we samen onze politiediensten. Overdag vanuit bureau Oost en ‘s nachts vanuit het hoofdbureau. Collega’s spraken mij af en toe aan in die periode. Ze vroegen mij of ik wist of Henk homo was. Ik zei, dat als Henk het al zou zijn, ik er geen moeite mee zou hebben. Ik vroeg het Henk zelf nooit. Het was voor mij geen issue en wij hadden samen reuze lol en konden het goed met elkaar vinden.

‘Ik vroeg het Henk zelf nooit, het was voor mij geen issue’

Toen onze oudste dochter in ‘86 werd geboren, kwam Henk binnen een dag na de geboorte met een aantal cadeaus. Een krentenwegge namens alle collega’s en van hem persoonlijk een prachtig speelobject. Ik leerde Henk steeds beter kennen en kwam in de vele gesprekken tijdens de gezamenlijke diensten meer te weten over zijn jeugd, zijn ouders en familie en zijn doen en laten in zijn vrije tijd. Henk ging ieder vrij weekend naar Amsterdam en vertelde na zo’n weekend dat hij uit was geweest en veel vriendinnen en vrienden had gezien. Nimmer sprak hij over homofiele contacten. Tot het moment daar was.

Ziekmelding

Medio 1987. We zouden samen een aantal nachtdiensten draaien. Ik was al aan het bureau, toen Henk mij belde en zei dat hij zich ziek meldde en of ik dat door wilde geven. Hij vroeg of ik direct naar zijn flatwoning wilde komen. Ik ging naar Henk toe. Ik trof Henk samen met een vriendin/collega Evelien aan in bedroefde toestand. Henk vertelde dat hij aids had. Die dag had hij van artsen de bevestiging gekregen.

Mijn wereld stond heel even stil. Ik luisterde naar Henk’s verhaal. Hoe hij al gedurende zijn militaire diensttijd ontdekt had dat hij homofiele gevoelens had. In die periode had hij meermalen seksuele contacten gehad met verschillende mannen. Ook zijn vele vrienden in Amsterdam betroffen homofiele contacten. Henk had één vaste vriend met wie hij samen wilde gaan wonen. Omdat Henk, die inmiddels hoofdagent was, verwachtte dat zijn mededeling slecht binnen het korps zou vallen, verzocht hij mij om het voorlopig stil te houden. Met die wetenschap deed ik die nacht verder mijn dienst.

Henk op de foto rechts met zijn chef adjudant Ben

Kampen

Thuisgekomen bleef het malen in mijn hoofd, ik kon de slaap niet vatten. Uren later belde ik de toenmalig hoofdcommissaris Peter op. Die kende ik goed door mijn vakbondswerkzaamheden voor de politiebond. Ik vertelde wat mij te weten was gekomen en vroeg hem om het voorlopig voor zich te houden. Peter wenste mij een paar uren slaap toe. Hij zei dat alles goed zou komen en vroeg mij hem om 14.00 uur terug te bellen. Toen ik dat deed, vertelde hij dat hij intussen een aantal noodzakelijke stappen had genomen. Er was een bericht uitgegaan naar alle collega’s van bureau Oost om die middag nog om 15.00 uur bijeen te komen. Er zou een deskundige zijn van de GGD en Peter zou de collega’s vertellen wat gaande was en welke maatregelen er zouden volgen.

Vanaf die dag veranderde voor mij een normale omgang met collega’s. Er ontstonden kampen. Eén groep die het voor Henk opnam en hem onvoorwaardelijk bleef steunen en contacten met Henk niet uit de weg ging. En een groep die Henk het liefst diezelfde dag nog voorgoed uit de dienst zag vertrekken.  Er was een groep die ook mij begon te mijden. Ik was immers jarenlang dag en nacht in de nabijheid van Henk geweest. Hoewel de GGD-deskundige die eerste dag al meteen aangaf dat er bij normale omgang geen risico voor besmetting was, konden veel collega’s dat niet accepteren. Voor de leiding van de politie was het een lastige periode. Henk kreeg een andere werkomgeving binnen de politie, die voor hem en het daarna volgende ziekteproces als beschermend werd gezien. In de jaren dat Henk nog op het hoofdbureau in een administratieve functie werkte, meden collega’s hem. Henk vond dat vreselijk. Gelukkig waren er ook collega’s die Henk normaal benaderden en met hem omgingen alsof er niets aan de hand was.

Overleden

Henks gezondheid verslechterde in de jaren erna. Er kwam een moment dat hij ondanks zware medicatie het werkzame leven echt moest opgeven. Henk en ik bleven elkaar trouw bellen. Af en toe ging ik bij Henk en Jaap op bezoek, alleen of samen met mijn vrouw. Henk was inmiddels definitief naar Amsterdam verhuisd, woonde jarenlang in de Bijlmer met zijn vriend Jaap waar hij de Bijlmerramp van nabij meemaakte. Na zijn overlijden in 1994 onderhield ik nog enige tijd met contact met Jaap tot ook hij, eveneens getroffen door aids, overleed.

Positieve ontwikkelingen

Achteraf was het – gelet op de tijdsgeest – enorm moedig, respectvol en meelevend van de politieleiding om Henk te ondersteunen. Ze hielden hem nog jarenlang in dienst, ondanks dat hij geen actieve deelnemer meer was in het politiewerk. Maar persoonlijk vond ik de houding van collega’s ten opzichte van homo’s en lesbiennes vreselijk in die tijd. Gelukkig zag ik de jaren erna positieve ontwikkelingen binnen de politie. De huidige acceptatie, Roze in Blauw, LHBTIQ+ heeft het ook voor collega’s bij de politie mogelijk gemaakt om voor hun levensstijl en voorkeur uit te komen.

Bert van Eekelen,
een inmiddels, na ruim 45 jaren, gepensioneerde politieambtenaar


Iedereen heeft recht op goede zorg

Door uitsluiting en discriminerende wetten krijgen lhbtiq'ers in veel landen niet de zorg die ze nodig hebben. Wij vinden dat iedereen recht heeft op levensreddende zorg. Jij toch ook? Help mee met een donatie.

Doneer nu
Aidsfonds

Contact