We zijn goed op weg, maar er zijn nog stevige uitdagingen in het stoppen van de hiv-epidemie in Nederland. Dat blijkt uit de recente cijfers over het aantal hiv-infecties in Nederland van Stichting Hiv Monitoring. In 2017 kregen 750 mensen een hiv-diagnose, 70 minder dan in 2016, maar het aantal daalt langzaam. Bovendien weten naar schatting 2.300 mensen niet dat ze hiv hebben en komen nog té veel mensen met hiv té laat bij een arts voor behandeling.
Toch is Aidsfonds-Soa Aids Nederland ervan overtuigd een einde te kunnen maken aan de hiv-epidemie in Nederland: “Alleen als we nog beter worden in preventie en in het tijdig vinden van infecties kunnen we de hiv-epidemie in Nederland stoppen. De nieuwe cijfers laten zien dat we in Nederland een uitstekende uitgangspositie hebben om het eerste land ter wereld te worden met nul nieuwe hiv-infecties.”
Naar schatting hebben 23.100 mensen hiv in Nederland. Daarvan heeft 90% een diagnose gekregen, 93% van hen is gestart met een behandeling. Bij 95% van de mensen in behandeling is het virus succesvol onderdrukt. Dat betekent dat het virus niet meer te detecteren is. Het is dan ook niet meer overdraagbaar. Met deze percentages, 90-93-95, streeft Nederland de gestelde internationale VN-doelen voor 2020 voorbij. Dat komt omdat we succesvol zijn in het snel in zorg brengen, sneller starten met behandeling en succesvol onderdrukken van het hiv-virus. Een prestatie die veel andere landen ons niet nadoen.
Tegelijk wordt duidelijk dat Nederland nog een laatste slag moet slaan om de hiv-epidemie te beëindigen. Inzet van alle preventiemiddelen is daarvoor nodig en nu ontbreekt nog PrEP, de hiv-preventiepil. “In landen waar PrEP wordt verstrekt, daalt het aantal nieuwe hiv-infecties drastisch. Hoe sneller we PrEP in Nederland uitrollen, des te sneller we hier zo’n effect kunnen realiseren.“ De Gezondheidsraad heeft hierover positief geadviseerd en minister Bruins van VWS heeft besloten in 2019 over te gaan tot verstrekking. Aidsfonds-Soa Aids Nederland vindt dat elke dag langer wachten onverantwoord is, want het levert nieuwe hiv-infecties op die voorkomen hadden kunnen worden.
Voor het tijdig vinden van hiv-infecties is het vooral nodig dat artsen alerter zijn en de hiv-test actiever aanbieden. Ze hebben hiervoor een positieve boodschap: vroeg weten dat je hiv hebt en starten met behandeling garandeert een goede levensverwachting. Maar ook barrières om regelmatig te testen moeten verdwijnen. Zoals de kosten voor testen bij de huisarts, die ten laste komen van het eigen risico en de wachtlijsten bij de GDD. Tot slot moet het testen op hiv buiten een arts om óók mogelijk worden, bijvoorbeeld met hiv-zelftesten.
Jaarlijks komen er in ons land zo'n 750 nieuwe hiv-infecties bij. We willen het aantal nieuwe hiv-infecties naar nul brengen en zorgen dat iedereen met hiv zijn of haar status weet en behandeld wordt. Daar is jouw hulp bij nodig.
