In Nederland wordt hiv in 95% van de gevallen overgedragen door onveilig seksueel contact.
Hiv kan zich bevinden in bloed, sperma en voorvocht, vaginaal vocht en moedermelk. Als deze lichaamsvochten in contact komen met iemands bloedbaan of slijmvliezen, is er kans op hiv-overdracht. Dit kunnen de slijmvliezen zijn in de mond, anus, vagina en op de penis. Dit betekent dat je in de volgende situaties hiv kunt oplopen:
Bekijk hier een overzicht van dingen waarvan je géén hiv krijgt.
Is hiv overdraagbaar door zweet? Hoeveel procent van de mensen met hiv krijgt medicijnen? En wat is de overeenkomst tussen Elton John en Bill Clinton? Doe de hiv kennisquiz en test je kennis.
Als er géén sperma of (menstruatie) bloed in de mond komt (alleen voorvocht / vaginaal vocht) is er geen kans op hiv-overdracht. Het speeksel in de mond vermindert de werking van hiv, dat in voorvocht en vaginaal vocht veel minder voorkomt dan in sperma en bloed.
In gebruikte naalden en spuiten kunnen bloedresten achterblijven. Drugsgebruikers die recent gebruikte naalden en spuiten delen, kunnen hiv oplopen als zij geïnfecteerde bloedresten bij zichzelf inspuiten.
Het risico op infectie is hier vele malen hoger dan bij het per ongeluk prikken aan een naald. Immers het geïnfecteerde bloed wordt rechtstreeks in de aders gespoten.
Een hiv-positieve moeder kan tijdens de zwangerschap of bevalling hiv overdragen op de baby. Ook via borstvoeding kan de baby hiv krijgen. In Nederland komt dit nog nauwelijks voor. De kans op hiv-overdracht is kleiner dan 1% als de moeder tijdens de zwangerschap behandeld wordt met hiv-remmers en geen borstvoeding geeft.
In Nederland is de kans om hiv te krijgen door een bloedtransfusie uitgesloten. Sinds juli 1985 worden alle bloeddonaties gecontroleerd op hiv. Geïnfecteerd bloed wordt niet gebruikt. Hetzelfde geldt voor andere Europese landen en de Verenigde Staten. In lageinkomenslanden wordt het bloed niet altijd gecontroleerd.
Dergelijke ongelukken gebeuren niet vaak en als het gebeurt, dan is het risico op hiv klein. Hiv kan slechts enkele minuten overleven buiten het lichaam en bij een ongeluk prikt iemand zich meestal niet in een ader waardoor het virus niet rechtstreeks in de bloedbaan komt. Met name medisch personeel krijgt met dit soort ongelukken te maken. Na een ongeluk kun je een tijdlang medicijnen (PEP) gebruiken om infectie te voorkomen. Ook hier geldt: wanneer iemand succesvol op hiv-behandeling is, kan het virus niet worden overgedragen en is een PEP-behandeling niet nodig.
We kunnen aids stoppen. Met jouw hulp zorgen we ervoor dat meer mensen hiv-remmers krijgen en voorkomen we nog meer nieuwe hiv-infecties.