Han en Bert: “Aidsfonds is opgericht vanuit de hardst getroffen groepen zelf”
Op een ijskoude decembermiddag vindt een warme ontmoeting plaats. Han Geus en Bert de Groot wandelen door de Rozenstraat in Amsterdam. Op deze plek startte zo’n 30 jaar geleden Aidsfonds.
Han en Bert waren nauw betrokken bij de oprichting. “Hier vergaderden we.” Met een twinkeling in z’n ogen kijkt Bert naar het oude pand. “En we gingen hier uit. Want er zat ook een disco in het gebouw.”
“Aidsfonds is opgericht juist vanuit de hardst getroffen groepen zelf.” vertelt Bert. In 1985 zamelde een groepje homomannen geld in om kerstpakketten te geven aan aidspatiënten. Vlak hierna introduceerde Aidsfonds buddyzorg voor duizenden mensen met aids, zodat ze één op één begeleid en gesteund konden worden.
Onduidelijkheid
“Homoseksuele mannen overleden aan een vreselijke ziekte. Er was zoveel angst en onduidelijkheid.” zegt Bert. Samen met Han Geus was hij nauw betrokken bij de oprichting van Aidsfonds. Er was in die periode nog veel onduidelijkheid over hiv en aids. Kon je aids krijgen van handen schudden? Of van een muggenbeet? ”We zagen het om ons heen gebeuren. Als je de diagnose aids kreeg, wist je vrijwel zeker dat je binnen enkele jaren zou overlijden.”
Deze onduidelijkheid was een drijfveer voor verschillende groepen, zoals het COC, om te gaan samenwerken. Zo ontstond Aidsfonds. De gemeenschap was enorm solidair. Collectebussen in Amsterdamse bars zorgden voor inkomsten en naamsbekendheid. Zo haalde Aidsfonds donaties binnen.
“Mensen met aids die erg verzwakt waren, moesten bijvoorbeeld verhuizen naar een benedenwoning. Aidsfonds kon dan bijspringen met een geldbedrag.” vertelt Han.
Nog steeds nodig
“In Nederland is alles nu wel geregeld voor mensen met hiv. Maar in Afrika overlijden nog steeds mensen aan aids.” Terwijl we alle kennis en middelen hebben om de epidemie te stoppen, heeft nog steeds niet iedereen toegang tot levensreddende medicijnen. Aidsfonds zet zich in om te zorgen dat iedereen toegang kan krijgen tot de zorg die ze verdienen.
Hoewel we veel hebben bereikt in de strijd tegen aids, zijn we er nog niet. Nog steeds worden gemarginaliseerde groepen uitgesloten van de hulp die ze nodig hebben. Dat terwijl net deze groepen sinds het begin van de aidsbestrijding vooraan staan in deze strijd. We hebben aids zien komen, we willen het ook zien gaan!