“Door mijn nalatenschap blijf ik een beetje leven”
“Ik ben een mens van de wet van Murphy”, zei Harry van Dijk (1949) vaak lachend. Hij bleef zijn leven goedgemutst, ook al werd hij vaak achtervolgd door pech. Het aidsbestrijdingsfonds dat hij liet oprichten met zijn nalatenschap gaf hem geluk, vertelde hij ons voor hij in 2025 overleed.

Als derde in een gezin met vier kinderen groeide Harry op in Zeist.
Zijn vader had een fabriekje in dompelaars en wisselwarmers, maar Harry vond zijn geluk niet in metaal of machines. Zijn hart lag bij mensen – en bij mannen. In Utrecht, als student op kamers, beleefde hij zijn eerste liefdes: achter op de fiets, in het park, met de jongen die als grap zijn portemonnee rolde in een homobar. De stap om samen te gaan wonen in London met zijn geliefde durfde hij op het laatste moment toch niet te zetten.
De aidscrisis in de jaren tachtig maakte Harry van nabij mee. “Mijn vrienden gingen één voor één dood. Zij stierven en ik bleef over.” Hij leek zelf de dans te ontspringen. Maar in de jaren 90 liep hij toch hiv op. “Hoe? Ik weet het nog steeds niet, ik deed altijd aan safe seks.”
Vanaf dat moment sloeg de pech toe. Een, naar later bleek onnodige, hersenoperatie, waarbij een zenuw werd geraakt. Een halfzijdige verlamming was het gevolg.

Daarna meer lichamelijk leed: een hartinfarct, longemfyseem en nog veel meer. En op het laatst Kaposi sarcoom, een zeldzame vorm van kanker, op de benen.
Maar de moed opgeven deed hij niet. “Ik bleef lachen, ja. Dat heb ik van mijn moeder; ik kan heel makkelijk alles wegdouwen. Alleen als ik ’s avonds in bed lag, werd het me soms te veel.”
Hiv bij ouderen
Zijn geld wilde hij na zijn dood nalaten aan Aidsfonds, dat hij al sinds 1989 steunde. Daarom liet hij een Fonds op Naam oprichten van zijn nalatenschap. Het Harry van Dijk Fonds stelt geld beschikbaar voor onderzoek naar hiv-behandeling bij ouderen. “Steeds meer mensen met hiv worden ouder dan 65. Ik had op een gegeven moment een hoog aantal afweercellen, maar mijn artsen vermoedden dat ze uitgeput waren. Naar dat soort dingen moet meer onderzoek worden gedaan.”
Een beetje doorleven
Een pechvogel was Harry van Dijk. Maar zijn fonds gaf hem geluk. “Ik ben ongetrouwd en heb geen kinderen; na je dood ben je dan uitgestorven. Dat mijn naam met dit fonds blijft bestaan geeft me rust. Ik help met mijn nalatenschap anderen én ik blijf een beetje leven.”
Wil je bijdragen aan het Harry van Dijk fonds?
Dat kan door je donatie over te maken naar Aidsfonds, NL37 INGB 0000 0089 57 o.v.v. Harry.