Noud: “Ik verloor de liefde van mijn leven”

Sinds het uitbreken van de aidsepidemie zijn meer dan 32 miljoen mensen gestorven. Voor veel mensen die iemand uit hun omgeving hebben verloren, is het de reden om zich in te zetten voor de aidsbestrijding. Dat geldt ook voor Noud Rietman. Hij verloor in het begin van de aidscrisis zijn grote liefde Gerard.

Sinds het verlies van zijn vriend werkt Noud bij Aidsfonds. Want ondanks dat er nu wel levensreddende medicijnen zijn, sterft nog elke minuut iemand aan de gevolgen van aids. 

Als Noud en Gerard een paar jaar samen zijn, krijgt Gerard ineens ziekteverschijnselen. Hij laat zich in het ziekenhuis onderzoeken. Hij blijkt aids te hebben. Noud vertelt: “Gerard kreeg van de dokter een knalgele map. We hadden het gevoel dat iedereen die ons zag lopen, wist dat hij aids had. Een enorm stigma.”

De maanden daarna wordt Gerard steeds zieker. Medicijnen tegen aids zijn er in die tijd nog niet. “De laatste maand voor zijn overlijden raakte mijn vriend in een depressie. Dat vond ik eigenlijk nog het moeilijkst: dat we niet meer gewoon konden praten, omdat hij zo depressief was. Dan ging hij in een donkere kamer liggen en wilde niets zeggen.”

Dingen bespreken

“Achteraf gezien had ik nog zóveel willen bespreken. Over z’n angsten bijvoorbeeld. Zelf was ik ook bang. En ik wist ook niet wat ik moest doen. Ik was 25 jaar, net uit de kast. Mijn leven was eindelijk leuk, en toen ineens, bats, kwam dat er overheen. Ik was gestopt met m’n werk, zodat ik veel tijd had om hem te verzorgen.  Maar na drie maanden was het al over.”

Gerard was slechts 33 toen hij kwam te overlijden. En hij was niet de enige persoon die Noud verloor aan aids. “De één na de ander ging dood. Ik wist niet beter, het was gewoon een feit. Ik realiseerde me wel dat dat gek was, dat het niet zo hoort. Maar tegelijkertijd was het ook een onderdeel van mijn leven.”

Werken bij Aidsfonds

“Toen mijn vriend overleed, wilde ik iets doen in de strijd tegen aids. Ik wilde me inzetten. In 1992 ben ik daarom bij Aidsfonds gaan werken. Er zijn sindsdien veel ontwikkelingen geweest. In 1996 kwam de combinatietherapie. Ineens hadden al die mensen met hiv weer een toekomst. Bizar, want dat veranderde alles. Testen werd ineens heel belangrijk. Eerder had dat geen zin, want je ging toch dood. Nu konden medicijnen je leven redden. Veel van mijn vrienden die dachten dat ze dood gingen, leven nu nog steeds. Dat is prachtig om te zien.”

Medicijnen niet voor iedereen

“Rond het jaar 2000 was de epidemie in Nederland – dankzij de combinatietherapie – redelijk onder controle. Maar in de rest van de wereld liep de aidsbestrijding nog enorm achter. Tijdens werkbezoeken in Afrika ontmoette ik veel mensen met aids. Ik realiseerde me hoe dramatisch het is als je in een ontwikkelingsland woont met weinig mogelijkheden, weinig faciliteiten, in een huis zonder stromend water, en je hebt dezelfde ziekte. Dan besef je hoe goed de gezondheidszorg hier in Nederland is.

“Iederéén met hiv zou die zorg moeten krijgen. Daarom blijf ik me inzetten voor de wereldwijde strijd tegen aids.”


Meer weten over nalaten?

U kunt de brochure ‘Nalaten aan de aidsbestrijding’ vrijblijvend aanvragen. Hierin kunt u nalezen hoe u Aidsfonds in uw testament kunt opnemen. En wat wij met uw bijzondere gift kunnen doen.

stuur mij de brochure
Aidsfonds

Contact