Hiv-remmers geven, zoals alle medicijnen, bijwerkingen. In hoeverre je bijwerkingen hebt, verschilt van persoon tot persoon. Je kunt bijwerkingen krijgen als gevolg van een allergische reactie of het effect van de hiv-remmer. Iemand die een slechte afweer heeft bij de start van de behandeling, is vatbaarder voor bijwerkingen. Raadpleeg de arts als je klachten krijgt van de hiv-remmers.
Bijwerkingen kunnen van tijdelijke aard zijn, bijvoorbeeld als je lichaam in het begin moet wennen aan de hiv-remmers. Voorbeelden van veel voorkomende bijwerkingen zijn diarree en misselijkheid. De arts kan medicatie voorschrijven om bijwerkingen tegen te gaan.
Maar er zijn ook andere oplossingen mogelijk. De arts kan bekijken of een slikmoment verplaatst kan worden. Bijvoorbeeld als je duizelig wordt na de inname van een hiv-remmer, kun je die het beste nemen vlak voor je gaat slapen. Ook kan een verandering aan je voeding(spatroon) soms bijwerkingen voorkomen. Maar ook al worden bijwerkingen als 'mild' bestempeld, als je er voortdurend last van blijft houden, kunnen ze behoorlijk lastig zijn. Een arts kan daarom altijd een overstap naar een andere combinatie van hiv-remmers overwegen.
Op de langere termijn kunnen sommige hiv-remmers schade toebrengen aan de nieren en de lever. Ook kan het cholesterolgehalte bij gebruik van bepaalde hiv-remmers toenemen, wat kan leiden tot een verhoogde kans op hart- en vaatziekten. Het bloed wordt daarom regelmatig gecontroleerd op cholesterolwaarden en op de lever- en nierfunctie. Als blijkt dat de waarden niet goed zijn, wordt zo mogelijk overgestapt op een andere combinatie van hiv-remmers.
Ook kunnen sommige hiv-remmers leiden tot een aanhoudende stemmingswisseling. Voorbeelden zijn depressiviteit en geen zin hebben in seks. Bespreek met de arts de mogelijkheden om hier wat tegen te doen, hetzij door medicatie of door het wisselen van hiv-remmers.
Alcohol en drugs kunnen je gedrag beïnvloeden, zodat je wellicht meer kans loopt om hiv op te lopen of over te dragen.
Ze kunnen je tijdbeleving beïnvloeden en zo maken dat je therapietrouw minder wordt. Er zijn wisselwerkingen tussen hiv-remmers en bepaalde drugs. Er zijn ook veel drugs waarvan niet bekend is of er wisselwerkingen met hiv-remmers zijn.
Op de website van de hiv-vereniging lees je meer over het gebruik van alcohol en drugs terwijl je hiv-remmers slikt.
Een beruchte, onomkeerbare bijwerking van de eerste generaties hiv-remmers is lipodystrofie. Er kan vet verdwijnen (lipoatrofie) in het gezicht, de armen, benen of billen en/of er kan vet bijkomen (lipohypertrofie) bij de buik, borsten of hoog op de rug (buffalo hump). Het verdwijnen van vet op je gezicht is erg zichtbaar en daardoor extra belastend. De grootste veroorzakers van vetverdwijning zijn vroegere hiv-remmers, die niet meer worden voorgeschreven.
Proteaseremmers lijken een rol te hebben in de vettoename. Het wisselen van hiv-remmers als de verandering zich al heeft gemaifesteerd, heeft helaas geen effect. Het vet blijft zitten waar het zat of blijft weg. De enige oplossing is vetverwijdering en 'fillers' via plastische chirurgie. De Hiv Vereniging Nederland zet zich in om deze ingrepen vergoed te krijgen bij zorgverzekeraars.