We hebben in 2019 in zes Afrikaanse landen (Kenia, Mozambique, Nigeria, Oeganda, Zimbabwe en Zuid-Afrika) onderzoek gedaan. Daaruit blijkt dat goede medische zorg voor baby’s en kinderen ontbreekt, waardoor kinderen te laat of helemaal niet op hiv getest worden. In sommige landen loopt het percentage van kinderen die geen medicijnen krijgen op tot 75%. Zonder behandeling overlijdt de helft van alle kinderen met hiv al voor het tweede levensjaar.
Daarnaast krijgt 40% van de kinderen met hiv in de onderzochte landen medicijnen die bedoeld zijn voor volwassenen. De kleintjes hebben daardoor moeite de behandeling vol te houden: de dosis is te hoog waardoor er veel bijwerkingen optreden, de pillen zijn te groot om door te slikken en ze smaken vies. Als Aidsfonds roepen we daarom de farmaceutische industrie op om met grote spoed hiv-remmers te produceren die geschikt zijn voor baby’s en kinderen.
Baby’s krijgen hiv van hun moeder, tijdens de zwangerschap of de borstvoeding. De meeste baby’s van hiv-positieve moeders die thuis worden geboren worden echter nooit getest. Bij baby’s die wel getest worden, wordt vaak testapparatuur gebruikt waarbij de uitslag 55 dagen op zich laat wachten. Vaak blijkt de baby dan al overleden.
"De verwaarlozing van kinderen bedreigt alle voortgang die we tot nu hebben geboekt. Ze verdienen onmiddellijk voorrang.”
- Mark Vermeulen, directeur Aidsfonds
Er is dus snel winst te boeken met hiv-testapparatuur die nog dezelfde dag een uitslag geeft. In zes Afrikaanse landen traint Aidsfonds daarom lokale gezondheidswerkers. Zij zorgen ervoor dat kinderen met hiv tot in de kleinste dorpen getest worden én medicijnen krijgen, zodat ze een gezonde toekomst hebben. Een veelbelovende aanpak, zeggen UNAIDS en de Wereldgezondheidsorganisatie.
Wereldkaart: Kinderen dood ten gevolge van aids