Leo (24) uit Rusland leeft sinds zijn negentiende met hiv. Ondanks alle vooroordelen is hij open over zijn hiv-status en zijn homoseksualiteit. En hij komt op voor homo’s met hiv. “We kunnen op niemand anders rekenen dan op elkaar.”
“Vroeger dacht ik dat hiv een simpele ziekte was. Je neemt je pillen en je leeft gewoon verder. Maar zo makkelijk is het niet. Hoe het écht is, weet je pas als het virus in je lijf zit.”
Leo moest vijf jaar wachten voor hij hiv-remmers kreeg. Zijn immuunsysteem verslechterde, maar niet voldoende voor het aidscentrum in Moskou om hem pillen te geven. Nu gaat hij naar het regionale aidscentrum. Daar kreeg hij wel meteen medicijnen. “Had ik dat maar eerder gedaan. Want het is juist belangrijk om zo snel mogelijk met medicijnen te beginnen. Het ergste vind ik dat ik al die jaren anderen heb kunnen infecteren.”
Het frustreert Leo dat je als homokoppel niet tegen de arts kunt zeggen: ‘ik wil hiv-remmers om mijn vriend te beschermen’. Mannen durven simpelweg niet voor hun homoseksualiteit uit te komen. Ook Leo had een nare ervaring. Toen de arts in het aidscentrum merkte dat Leo een vriend had, riep hij: “Wegwezen flikker! Ik wil je niet meer zien.” Leo: “Ik heb geluk dat ik altijd bij vrienden terecht kan. Maar veel mensen staan er alleen voor. Het maakt me heel boos en verdrietig waar zij mee te maken krijgen.”
Het aantal nieuwe hiv-infecties stijgt in Oost-Europa en Centraal-Azië alarmerend. Met Rusland voorop. De hiv-epidemie groeit er met 10% per jaar. Aidsfonds komt in actie.
Leo heeft vele voorbeelden van discriminatie en vooroordelen. Vanaf zijn veertiende was dat omdat hij homo is. En nu ook vanwege zijn hiv. Zo stond er een post op zijn Facebookpagina dat hij een bioterrorist is die opzettelijk mensen besmet. En laatst in het ziekenhuis weigerden twee artsen om hem te onderzoeken. “De verpleegsters trokken voor mijn neus lootjes om te bepalen wie bij mij bloed moest prikken.”
Inmiddels is Leo gewend aan negatieve reacties en vooroordelen. “Eerst werd ik heel boos. Nu heb ik vooral medelijden met de mensen die discrimineren. Ze missen veel door groepen uit te sluiten. Bovendien kost het alleen maar energie om mensen te haten. Bij hiv kan ik nog begrijpen dat mensen bang zijn. Maar de negatieve houding tegenover homo’s snap ik echt niet.”
Leo is verdrietig dat hij zo lang op een behandeling moest wachten. Maar het heeft hem ook strijdbaar gemaakt. “Als ik eerder medicijnen had gekregen dan was ik nu waarschijnlijk geen aidsactivist geweest. Ik besef nu hoe belangrijk het werk van activisten is. Hoeveel mensen we kunnen helpen. En ik kan homo’s informeren vanuit de gemeenschap zelf. Dat werkt. Ze luisteren naar mij omdat ik een van hen ben.”
Elk jaar krijgen wereldwijd bijna 2 miljoen mensen te horen dat ze hiv hebben. Een deel daarvan is homo. Door stigma, discriminatie en wetgeving krijgen mannen die seks hebben met mannen vaak niet de zorg die ze nodig hebben. Wij vinden dat iedereen recht heeft op goede zorg en levensreddende medicijnen. Jij toch ook? Help mee met een donatie!