“Jongeren willen niet met een volwassene praten, ze willen met mij praten”

“Jongeren willen niet met een volwassene praten, ze willen met mij praten”

Elk jaar loopt een half miljoen jongeren in de bloei van hun leven hiv op. Dat komt grotendeels door het taboe op seksualiteit in veel landen. Er is veel onwetendheid en schaamte, waardoor het lastig is voor jongeren om condooms te kopen of een hiv-test te doen. Sekani (24) uit Malawi: “Jongeren worden over het hoofd gezien.”

20 september 2021

In veel landen weten jongeren maar weinig over hiv en aids. Met hun ouders praten ze daar niet over. Op school krijgen ze niet of nauwelijks seksuele voorlichting. En als ze met hun vragen naar een dokter gaan, worden ze weggestuurd. Hierdoor kunnen ze geen goede keuzes maken over hun seksleven. Dat geldt helemaal voor jonge meiden, die in veel landen economisch afhankelijk zijn van mannen. Juist zij worden dan ook onevenredig hard getroffen door de aidscrisis.

Er is een schreeuwende behoefte aan goede voorlichting, jeugdvriendelijke klinieken en beleid dat is afgestemd op het leven van jongeren. We spraken vier jongeren die zich daarvoor inzetten.

"Jongeren willen niet met een volwassene praten, ze willen met mij praten"

Jerop (22) uit Kenia is blogger en studeert counseling en psychologie

“Toen ik vijf jaar oud was, stierf mijn moeder aan de gevolgen van aids. Een jaar later mijn zusje. Dat was veel om te verwerken. Mijn familie toonde geen interesse in mij. Ze dachten dat ik hen zou infecteren en verwachtten dat ik dood zou gaan. Het heeft lang geduurd voordat ik mijn hiv-status accepteerde en mijn medicijnen innam. Maar nu gaat het heel goed met me. Ik blog over mijn leven met hiv, dat inspireert veel jongeren. Jongeren willen niet met een volwassene praten, ze willen met mij praten. Als zij hun verhaal delen, weet ik hoe het voelt. En als ze zien dat het goed met me gaat, inspireert dat hen om ook hun medicatie in te nemen.

"De overstap van jeugdzorg naar volwassenenzorg is lastig. Als je achttien wordt, gaat iedereen ervan uit dat je nu volwassen genoeg bent om zelf je medicijnen op tijd in te nemen. Vaak wonen jongeren echter op een campus. Ze maken vrienden en gaan daten. Ze willen van het leven genieten en net zo zijn als anderen, maar hebben het gevoel dat hiv hen daarin beperkt. Dus nemen ze hun pillen niet meer in. Want wat als iemand hen ziet? Zelfstigma is een groot probleem. Ik moedig jonge mensen aan om zichzelf te accepteren, van zichzelf te houden. Dat maakt het voor hen gemakkelijker om met het stigma van de gemeenschap om te gaan.”

"Ik kreeg een briefje: 'jullie gaan allemaal dood'"

Stanley (27) uit Oeganda studeerde sociale wetenschappen en doet nu een master in volksgezondheid

“Ik begon met medicatie op m’n negende. Toen ik 13 was kreeg ik op school een briefje: ‘Jullie gaan allemaal dood’. Ik wist zelf nog niet eens waarom ik die medicijnen nam. Mijn oma vertelde het me niet. Ik vond het recept voor de pillen, en hoewel ik het meeste niet snapte, begreep ik wel dat ze voor hiv waren.  

Ik durfde niet meer naar school. Niemand wilde nog iets met me te maken hebben. En ik stopte ik met voetballen. Mijn teamgenoten zeiden dat de bal me omver zou stoten of dat de wind me zou wegblazen. Ik verloor het vertrouwen in mezelf. Maar mijn grootouders konden zich geen andere school veroorloven. Het enige wat ik zou kunnen doen is voor de koeien zorgen. Ik dacht aan mijn vader, die had gestudeerd en hoofdmeester was geweest. Ik wilde worden zoals hij was. Dus ik zette door, en ging ondanks alles terug naar school. In het laatste jaar van mijn bachelor deed een vriendin van me mee aan een schoonheidswedstrijd voor jongeren met hiv. Ik zag haar zo zelfverzekerd spreken over haar hiv-status. Toen wist ik wat ik wilde doen als ik m’n diploma had.

Ik begon als vrijwilliger bij de organisatie die de wedstrijd organiseerde, en ben er nu gemeenschapswerker. Ik help jongeren met hiv door mijn verhaal en de boodschap van acceptatie te delen. Als je als jongere mensen om je heen hebt die je steunen, dan kun je zijn wie je bent. Er is veel werk nodig om de houding tegenover mensen met hiv te veranderen. Jongeren met hiv hebben hier een rol in.”

"Het is moeilijk om culturele overtuigingen te veranderen"

Sekani (24) uit Malawi geeft voorlichting aan jongeren
“Mensen zijn hier opgegroeid met de overtuiging dat mensen met hiv gevaarlijk zijn. Er is veel discriminatie, dus jongeren zijn bang dat hun leeftijdsgenoten erachter komen dat ze hiv-positief zijn. Mijn organisatie leidt daarom peer educators op, jongeren met hiv die andere jongeren voorlichten en aanmoedigen om naar het ziekenhuis te gaan voor hiv-testen of -pillen. Dat helpt. Jongeren worden over het hoofd gezien. Zij moeten leren hoe ze zich kunnen uiten, hoe ze kunnen praten over hun hiv-medicijnen en hun status. Het is moeilijk om culturele overtuigingen te veranderen, maar dat is mijn doel. Ieder mens verdient een gezond leven.”

"Mijn vader vertelde over zijn hiv-status dankzij mijn werk"

Ikilai (31) uit Oeganda wil in de komende vijf jaar een centrum oprichten waar jongeren met hiv mentale en emotionele steun krijgen
“Ik ontdekte dat ik hiv had toen ik 24 jaar was. Toen was ik al klaar met de universiteit. Ik wist echter niet wat het betekende. Dus ging ik googlen. Er was zóveel stigma. Dat heeft me emotioneel en mentaal echt geraakt. Veel jonge mensen met hiv worstelen met psychische en sociale problemen. Ik wil het bewustzijn rond hiv en aids vergroten, zodat jongeren met hiv een waardig leven kunnen leiden. Als ik de dankbare reacties op Facebook zie, dan weet ik dat mijn werk echt zin heeft. En dankzij mijn werk vertelde mijn vader eerder dit jaar dat hij ook hiv heeft. Ik heb dat nooit geweten. Nu doet hij soms mee aan de activiteiten die ik organiseer in onze gemeenschap.”

Dit doen wij

Het terugdringen van het aantal hiv-infecties onder jongeren is een van onze topprioriteiten. En wie weet er nou beter hoe je jongeren bereikt dan de jongeren zelf?

  • Zo leiden we in Kenia jongeren op tot mobiele apothekers. Zij geven voorlichting en brengen voorbehoedsmiddelen naar afgelegen dorpen.
  • In Zuid-Afrika krijgen tieners hiv/aidsvoorlichting op maat via hun mobiele telefoon.
  • En in Mozambique pakken we discriminatie van jongeren met hiv in de zorg aan.
  • Daarnaast hebben we een nieuw project gelanceerd in tien Afrikaanse landen om te zorgen dat jongeren betere toegang krijgen tot hiv-gezondheidszorg. Denk hierbij aan het opzetten van jeugdvriendelijke klinieken.

Met jouw steun zorgen we ervoor dat minder meiden en jongens hiv oplopen en doorgeven, en stoppen we samen de epidemie.

Aidsfonds gebruikt cookies om de website goed te laten functioneren, webverkeer (geanonimiseerd) te analyseren, socialmedia-filmpjes en -posts te tonen en gericht te kunnen adverteren. Je geeft toestemming voor deze cookies door op accepteren te klikken. Ben je niet akkoord, wijzig dan je voorkeuren. Meer informatie